maandag 28 april 2008

Voetjes in de lucht!

Na een lange vliegreis, maar toch met ieder 2 stoelen tot onze beschikking, zijn we rond 5u in de ochtend in Kaapstad geland. Het visum werd in het paspoort geplakt, de nodige stempels erbij en voila, we konden onze koffers pakken. Ging allemaal erg voortvarend. Aangezien we een auto geboekt hadden, hebben we deze opgehaald. Het bleek een flitsende witte Honda Jazz te zijn. Zo te zien, vrij nieuw. Als dat maar goed gaat.

Nadat Johan even moest wennen aan het aan de andere kant van de weg rijden, waren we in no time (mede dankzij de navigatie) in het hotel: Cape Castle. Op het eerste gezicht zag het hotel er een stuk shabby-er uit dan we via internet hadden gezien. Maar iedereen was erg aardig en we konden, geheel tot onze eigen verbazing, meteen inchecken. De kamer was wat aan de kleine kant, maar zag er verder prima uit. Het uitzicht was adembenemend. We konden zowel naar de Tafelberg kijken als naar de zee. We zagen vanuit onze kamer dan ook de zon opkomen. Ondanks dat we een paar luttele uurtjes in het vliegtuig geslapen hadden, zijn we niet in bed gekropen en zijn we te voet de boel gaan verkennen. Ontbeten bij Melissa’s aan de Main Road en daarna naar het Victoria & Alfred Waterfront gelopen.

Het ziet er daar erg gezellig uit. Het weer was werkelijk heerlijk. We hebben onze luie kont op een terras neergestreken en hebben genoten van wat onvervalste Schotse doedelzakmuziek en wat kanonschoten waarbij je in eerste instantie dacht dat de oorlog was uitgebroken. Blijkbaar is dat heel gewoon. Om 12u iedere dag gaat er een kanon af. Alleen nu was het wat uitgebreider: doedelzakmuziek, Argentijnse matrozen en wat veteranen en hotemetoten. Wij genoten van dit alles, zoals eerder gezegd, op een terrasje aan het water.

Boten kwamen voorbij (zeilboten, rondvaartboten, stoombootjes en zelfs een ware catamaran!). Wat een leven. Met een biertje en een cocktail in de hand in de zon lekker genieten van het uitzicht. Er kwamen zelfs wat zeehonden polshoogte nemen en staken hun koppetjes boven water uit. Maar, aangezien het weer zo goed was en de lucht stralend blauw, leek het ons geen gek idee om vandaag maar alvast naar de Tafelberg te gaan. Je weet immers maar nooit. Zodra het gaat waaien of de wolken vallen als een tafelkleed over de berg heen, dan is het gedaan met de pret want dan gaat de kabelbaan niet. Dus hup in een taxi gesprongen en de berg gedeeltelijk opgereden. Na een kleine kwartiertje wachten, waren we aan de beurt en konden we in de gondel stappen. Binnen 3 minuten waren we boven, tezamen met 63 andere toeristen die bij ons in de gondel zaten.

Het uitzicht was in een woord spectaculair. Dit was dus die beroemde Tafelberg en wat we beneden zagen, was dus Cape Town. We hopten van rots naar rots en deden ons avontuurlijker voor dan we waren, stonden af en toe vlak naast een afgrond. Het kon ons niet deren, ons kon niks gebeuren. Althans dat dachten we. Ware het niet dat Marianne weer lekker slim bezig was en op het meest vlakke deel van de berg uitgleed en door haar enkel ging. Resultaat: geschaafde knie en een enkel waar een olifant jaloers op zou zijn. In een mum van tijd was de enkel dik en stond het huilen haar nader dan het lachen. Maar Marianne, zou Marianne niet zijn als ze niet door Johan mee gesleurd werd naar de kabelbaan. Het lopen ging niet echt lekker. Erg pijnlijk maar ja, wat moet je dan daar boven op die verdomde berg. Terug in het hotel meteen bij de receptie de enkel laten zien en die werd vakkundig ingesmeerd en verbonden. De pijn ging er niet mee weg, maar de zwelling werd wel minder. ’s Avonds dan toch nog maar even strompelend naar het V&A Waterfront gelopen om te genieten van een heerlijke stukje vlees: een wildkebab van gemsbok, springbok, gnoe en eland. Met kloppende enkel en harde kussens, zijn we daarna ons bed in gedoken voor die langverwachte nachtrust.

Geen opmerkingen: